donderdag 25 december 2014

Kerst!

Ik ben het zat!

Zó, dat is er uit. Wat ik zat ben? Kerst! Nouja, Kerst, dat is niet helemaal waar ik klaar mee ben, maar al die meuk er omheen, van mij hoeft niet het.

“Vreten op aarde en op de tafel een varkensrollade.”

Het begint al zo vlak na Sinterklaas. “Bestel nu je vlees!” “Koop nu vast je houdbare ingrediënten.” Alles om de Kerststress te verminderen. Kerststress ja, want iedere, al dan niet zelfbenoemde, keukenprins of –prinses moet met kerst toch minimaal een vijfgangen diner op tafel kunnen zetten. Kerststress dus! Ik denk niet dat Jozef zich daar heel erg druk om kon maken toen hij met Maria zijn ondertrouwede, hoogzwangere, vrouw, onderweg was naar Bethlehem Dát is pas Kerststress!

De week voor Kerst wordt het steeds drukker in de winkels, boodschappenwagens tot de nok toe volgeladen worden, met gevaar voor benen en schenen, door de drukbevolkte paden geduwd. Sneller, sneller, we moeten nog naar de slager, de bakker en wat voor toetje geven de Oma Diabeet? Sneller, sneller, zal ook Maria gedacht hebben. Met haar dikke buik, voorweeën al misschien, op de rug van het ezeltje. Als dat maar goed gaat.

De dag voor Kerst moet iedereen nog snelsnel even terug naar de winkel. Laatste bestelling ophalen, nog wat vergeten of gewoon nog geen tijd gehad om alles te halen. Daarna de keuken in: soep voorbereiden, groentes snijden. Mise en place, volgens een strak schema, want stel je voor dat er wat in de spreekwoordelijke soep loopt. Soep. Jozef en Maria zouden best een opkikkertje kunnen gebruiken. Maarja, thermosflessen waren er in die tijd nog niet, dus een slok water was waar ze het mee moesten doen.

Kerstavond naar de kerk, dat is dan echt “the place to be”. Ook als je het hele jaar door nooit naar de kerk gaat, kerstavond wel, want dat hoort nou eenmaal zo. Met een beetje geluk is de preek niet te zwaar, niet te confronterend, een kindje geboren kunnen we nog net handelen met z’n allen. Het hoe en waarom, ach dat is een mooi sprookje is het niet? We moeten wel zorgen dat we er op tijd zijn. Op kerstavond is het ouderwets druk in de kerk. Schijnheilig druk zo je wilt. Als je te laat bent is er geen (goede) plek meer om te zitten. Alle stoelen bezet en dan zit je met z’n allen in de kerkbank gepropt, waar volgens de koster best nóg wel iemand bij past. Jozef maakte zich er wel een beetje druk om of hij en Maria straks nog ergens bij zouden passen. Zijn ezeltje ging niet zo snel met die kostbare lading op zijn rug en ze waren beslist niet de enigen die onderweg naar Bethlehem waren.

Kerstochtend aan het kerstontbijt. Tulband, kerstbrood en wat niet meer. Beleg, meer soorten dan er brood is, jam in smaken waar nog niemand ooit van heeft gehoord. Snel langs het verzorgingshuis, want iemand moet bij oma op visite dit jaar, en dan rennen naar de lunch. Soep, roerei en ragout. De afwas stapelt zich op. De zorgen van Jozef ook trouwens, Maria wil het nog niet aan hem laten merken, maar als hij stiekem naar haar kijkt ziet hij af en toe haar gezicht verrekken van de pijn.

Oh nee, is het al zo laat? Tafel dekken; mooiste servies, nieuwe glazen (bij elkaar gespaard met kristalzegels natuurlijk) de servetten mooi gevouwen, staat de wijn al koud? Oven aan, vlees aanbraden, waar is nou het zout? Ohnee, we zijn de melk vergeten, maar gelukkig leven we anno 2014, dus is de supermarkt “gewoon” open, wie gaat er even heen? Zonder veel problemen verloopt de rest van het diner. Amuse, voorgerecht, spoom, hoofdgerecht (met drie soorten groentes en twee soorten vlees), nagerecht, kaasplankje en luxe koffie na. Met een bonbonnetje, want het is tenslotte Kerst. Als iedereen de deur weer uit is nagenieten op de bank. De koekjes slaan we even over, die passen er nu niet meer bij. Wie er ook niet meer bij pasten waren Jozef en Maria. Ze gingen van deur tot deur. “Geen plaats in deze herberg”, klonk het iedere keer weer. Op ’t laatst, de ontsluiting vorderde al behoorlijk al was er dan geen vroedvrouw om haar te toucheren, vond Maria een plekje. In een stal, zeggen ze. Tussen de dieren, zo gaat het verhaal. Haar vliezen braken, volledige ontsluiting, persen maar. Daar, in Bethlehem die nacht, zag Hij, het licht der wereld, voor het eerst het levenslicht.

De engelen wisten het als eersten. Ze vertelden het aan iedereen. Stralend van vreugde gingen ze bij de herders aan. Hij, de pasgeboren Jezus lag hulpeloos in de armen van Zijn moeder. Geen familiewieg bekleed met kant, geen zwitsal in Zijn haren, geen vers gestreken rompertjes. Nee, heel gewoon, puur natuur.

Terwijl wij nog 2 dagen bezig zijn de afwas te doen en nog drie dagen nodig hebben om alle restjes van het kerstdiner op te eten slaat Jozef met zijn pas bevallen vrouw en net geboren Zoon, Jezus had hij Hem genoemd, op de vlucht. Naar Egypte ging het, niet snel genoeg naar zijn zin, maar goed, ze kwamen er. Hulpeloos, maar niet hopeloos, begon Zijn leven en terwijl ik mijn broekriem een gaatje losser doe verzucht ik; Volgend jaar kerst? Voor mij geen kerstdiner! Ik pleit voor Soberheidsvasten!

Wie doet er mee?

1 opmerking:

  1. Mooi geschreven en het is waar... weg met die kerststress! Doe maar gewoon! Dat is hoe Jezus op aarde kwam... heel gewoon!

    BeantwoordenVerwijderen